7 redenen om te (blijven) beleggen in de VS

Nu de Amerikaanse presidentsverkiezingen er aankomen, word je als belegger bestookt met allerlei opinies, data en analyses. Daarbij worden schier eindeloze scenario’s uitgewerkt en krijg je de ultieme aandelentips, afhankelijk van wie zal winnen. Gezien de hevige polarisatie en politieke verdeeldheid in de Verenigde Staten komt daar veel negativiteit aan te pas.

 

Historisch gezien blijkt de impact van de presidentsverkiezingen eerder beperkt en maakt het voor de beurzen weinig uit wie wint. De Amerikaanse economie en aandelenmarkt blijven onverminderd veel te bieden hebben voor beleggers. Daarom overlopen we zeven redenen waarom je toch in de VS moet blijven beleggen.

 

1. De grootste aandelenmarkt

 

De Amerikaanse aandelenmarkt blijft de primus inter pares van de beurswereld. Volgens data van de gespecialiseerde website Statista tekenen de Amerikaanse beurzen voor 60,5 procent van de wereldwijde aandelenmarkten (zie figuur 1). De Amerikaanse beurs is dus veruit de grootste. De verklaring is simpel: in de VS financieren bedrijven zich in hoofdzaak op de financiële markten, in Europa kloppen ondernemers hoofdzakelijk aan bij banken.

De gigantische omvang van de Amerikaanse markten is de reden waarom de VS in veel wereldwijde ETF’s een gelijkaardig groot gewicht hebben. Heel wat ETF-beleggers maken zich daar zorgen over, maar voor wie passief de markt wil volgen, is dat dus zeker een correcte vertaling van de verhoudingen. Dat wil niet zeggen dat je die moet volgen. Maar gezien de omvang van de Amerikaanse aandelenmarkt, zal je kansen missen als je ze volledig links laat liggen.

 

Beleggers investeren buitenproportioneel veel in hun eigen land of regio. Dat heet de ‘home bias’. Zo beleggen Europese beleggers voor 53,6 procent in Europa, terwijl de regio slechts goed is voor 18,2 procent van de wereldwijde aandelenmarkt (zie figuur 2). Vanuit een risico-oogpunt valt daar wat tegen in te brengen. Als Belgische belegger ben je al sterk gebonden aan België en Europa. Je werkt hier, je hebt hier mogelijk een huis, je sociale zekerheid en je pensioen bouw je hier op. In dat opzicht valt het dus zeker te overwegen je beleggingen internationaal te spreiden en minstens voor een deel belegd te zijn in de VS.

2. Sterke historische rendementen

 

De Amerikaanse beurs blinkt uit qua rendement. Figuur 3 toont aan dat Amerikaanse aandelen, over verschillende periodes, het beter deden dan de wereldwijde concurrenten. Het gaat hier om rendementen inclusief dividenden, rekening houdend met inflatie. De Amerikaanse beurs is dus niet enkel de grootste ter wereld, ze is ook de best presterende.

 

Historische rendementen zijn geen garantie voor de toekomst. Amerikaanse aandelen hebben ook periodes gekend waarin ze minder goed presteerden dan pakweg Europese aandelen. Actieve fondsbeheerders proberen dat te voorspellen en dan meer of minder in te zetten op een bepaalde regio. In de praktijk is voorspellen op de beurs uiterst moeilijk en gaat er vooral veel geld aan verloren. Wetende dat Amerikaanse aandelen historisch goed presteren, maar de toekomst niet voorspelbaar is, doe je er als belegger waarschijnlijk goed aan steeds een blootstelling te hebben aan de VS.

 

3. Innovatieve hotspot

 

Amerika innoveert, China repliceert, Europa reguleert. Het is een boutade, maar er zit een grond van waarheid in. Amerikaanse bedrijven blijven voorlopers in innovatie. Denk maar aan de recente ontwikkelingen in artificiële intelligentie. Het zijn vooral Amerikaanse bedrijven die daar de toon zetten. Tegenover het AI-geweld van OpenAI en technologiereuzen als Microsoft, Google, Meta en veel andere, kan Europa maar bitter weinig inbrengen.

 

Veel innovatieve Belgische en Europese bedrijven lonken naar een notering op de Amerikaanse technologiebeurs Nasdaq, onder meer omdat het er makkelijker is om geld op te halen en verder te groeien. In Europa ligt dat, onder andere door het gebrek aan een eengemaakte kapitaalmarkt, moeilijker.

Als je de Amerikaanse beurs links laat liggen, mis je dus mogelijk heel wat innovatie en het bijbehorende rendement. Belgische beleggers met een sterke home bias, die de afgelopen jaren pakweg enkel in de Bel20 belegden, liepen heel wat rendement mis tegenover beleggers die ook in Amerika investeerden. Een van de voornaamste redenen voor het achterblijven van onze nationale index is het feit dat die amper technologieaandelen telt. In Amerika maakten net die aandelen de afgelopen jaren het mooie weer op de beurs.

 

4. Grootste bedrijven ter wereld

 

De VS domineren de ranglijst met waardevolste bedrijven ter wereld (zie figuur 5). In de top tien staan slechts twee niet-Amerikaanse bedrijven. De sterke Amerikaanse aandelenmarkt voorziet bedrijven van voldoende opties om kapitaal op te halen. En door innovatie wisten enkele Amerikaanse bedrijven sterke competitieve voordelen op te bouwen.

Die grote bedrijven domineren hun sector vanwege hun merkbekendheid, schaalvoordelen en een groot wereldwijd bereik. Door hun vermogen in te spelen op de trends in hun sector, bevinden ze zich vaak in een sterke positie om hun marktaandeel te vergroten of te behouden. Door te beleggen in dergelijke bedrijven kunnen beleggers profiteren van het leiderschap en het groeipotentieel op lange termijn. Sommige beleggers maken zich zorgen om de grote marktconcentratie. Maar als je die bedrijven helemaal links laat liggen, zal je ook heel wat potentieel rendement op tafel laten liggen.

 

5. Goed gereguleerde, transparante markten

 

De Amerikaanse beurs is zeer transparant en er is een sterk toezicht. Omdat er zoveel deelnemers zijn, is er ook veel controle en transparantie. Helaas vinden er nu en dan nog onfrisse praktijken plaats. Amerika kent bovendien een levendige beurscultuur en de beurs wordt er ook maatschappelijk en politiek hoog in het vaandel gedragen.

 

Dat is een groot verschil met bijvoorbeeld de opkomende markten. Daar ben je als belegger veel minder zeker dat alles eerlijk verloopt en dat de informatie die je krijgt echt klopt. Daardoor neem je een heleboel extra risico’s. Dat speelt de Chinese beurs sterk parten. De overheid greep er al meermaals drastisch in bij beursgenoteerde bedrijven. Dat is op de Amerikaanse beurs ondenkbaar. Als je toch in meer exotische markten wil beleggen, zou je ook kunnen kijken naar Amerikaanse multinationals die er actief zijn. Zo bekom je een indirecte blootstelling aan minder toegankelijke markten. Dat heeft het voordeel dat je als belegger zekerder bent over de cijfers van die bedrijven, in tegenstelling tot wat exotischere rivalen die minder streng gereguleerd zijn.

 

6. Extreem vlotte verhandelbaarheid

 

Omdat de Amerikaanse beurs de grootste ter wereld is, is er ook heel veel handel. De hele dag worden Amerikaanse aandelen massaal gekocht en verkocht. Daardoor ben je er zeker van dat je steeds makkelijk je aandelen kunt kopen en verkopen. Dat is vaak veel moeilijker bij de aandelen van pakweg kleine Belgische bedrijven. Die klagen wel eens over de beperkte handel in Brussel. Maakt dat echt een verschil? Doordat er in de VS zoveel gehandeld wordt, liggen de vraag- en verkoopprijzen dicht bij elkaar. Daardoor is het voor jou als kleine belegger goedkoper om posities in te nemen.

 

7. De almachtige dollar

 

Door te beleggen in Amerikaanse bedrijven loop je een valutarisico, want de evolutie van de Amerikaanse dollar kan een impact hebben op je rendement. Dat moet wel genuanceerd worden, want ook veel Europese bedrijven hebben aanzienlijke inkomsten in dollar. Je loopt er dus ook een valutarisico, maar dat valt minder op, omdat het effect meer verborgen zit in de financiële resultaten. Het valutarisico ligt bij de dollar ook een stuk lager dan bij munten uit de opkomende landen. Als belegger kun je je bovendien verder indekken tegen dat risico, door bijvoorbeeld te beleggen in (hedged) ETF’s, die voorzien in een indekking tegen het muntrisico.

Via ETF’s kun je makkelijk en goedkoop een blootstelling aan Amerikaanse aandelen opbouwen. Ter inspiratie geven we enkele voorbeelden mee. Je kunt er zelf meer vinden via screeners als JustETF of Morningstar.

 

  • Beleggen in de S&P500

De S&P500 is een aandelenindex die de prestaties volgt van de grootste 500 beursgenoteerde bedrijven in de Verenigde Staten. De index wordt gezien als een graadmeter voor de algemene gezondheid van de Amerikaanse aandelenmarkt en economie.

 

  • Beleggen in de NASDAQ100

Deze index is sterk gericht op technologiebedrijven, met bekende namen als Apple, Microsoft en Amazon. Het is een belangrijke maatstaf voor de technologiesector en wordt gebruikt als indicator van innovatie en groei in de technologie-industrie.

 

  • Beleggen in Amerikaanse smallcaps

Kleinere aandelen bleven de laatste jaren achter op hun grotere tegenhangers, maar daar lijkt mogelijk verandering in te komen. De Russell2000 volgt de prestaties van 2000 kleinere Amerikaanse bedrijven, en wordt gezien als een belangrijke referentie voor kleine tot middelgrote ondernemingen in de VS.

 

  • Beleggen in duurzame Amerikaanse aandelen

Ook in de Verenigde Staten is er steeds meer aandacht voor duurzaam beleggen. Diverse beheerders bieden ETF’s rond dit thema aan.

 

  • Beleggen in Amerikaanse dividendaandelen

‘Dividend aristocrats’ zijn bedrijven uit de S&P500 die hun dividend gedurende ten minste 25 opeenvolgende jaren consistent verhoogden. Dat maakt ze aantrekkelijk voor beleggers die op zoek zijn naar stabiele en betrouwbare inkomsten.