Hoe moet je omgaan met Meta en Alphabet?
"Gebruikers gaan er maar al te graag van uit dat gebruikmaken van deze diensten gratis is"
- David HendrixMeta Platforms en Alphabet zijn twee bedrijven die verweven zijn in ons dagelijkse leven. We verrichten met zijn allen 3,8 miljoen opzoekingen per dag via Google (Alphabet), Facebook (Meta) heeft haast 3 miljard gebruikers en op Instagram worden per dag 95 miljoen foto’s en filmpjes gepost. Meta haalde in 2021 voor 114 miljard euro inkomsten uit advertenties. Google deed het nog beter met 209 miljard euro.
"Meta en Alphabet bezitten een massa gedetailleerde informatie over al hun gebruikers."
- David HendrixHet is geen wonder dat beide bedrijven zulke inkomsten kunnen genereren uit advertenties. Ze bezitten een massa gedetailleerde informatie over al hun gebruikers. Wat drijft de mensen in een bepaalde regio? Welke opzoekingen gebeuren er het meest in België gedurende een periode? Welke leeftijdsgroepen praten het vaakst over welke producten? In welke vriendenclusters bevindt iemand zich? En zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Deze bedrijven weten vaak beter wat we willen en wanneer we het willen dan wijzelf. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er recent veel ophef was toen gebruikers aan het praten waren over bepaalde producten om ze iets later in reclame voorbij te zien komen op Facebook of Google.
Gebruikers gaan er maar al te graag van uit dat gebruikmaken van deze diensten gratis is en zonder gevolgen. De recente rechtszaken en openbaringen tonen echter dat we niet betalen in euro’s, maar met onze persoonlijke informatie. Die is voor deze bedrijven een ware goudmijn. Ze kunnen een quasi volledig profiel samenstellen per gebruiker met onze interesses, onze fysieke netwerken alsook waar we ons vaak bevinden. Ze hebben meer informatie over ons dan onze beste vrienden.
"Op de Europese markt zijn er haast geen alternatieven te vinden."
- David HendrixDie bedrijven bieden zonder twijfel een enorme meerwaarde in ons dagelijkse leven - wat is googelen toch zo makkelijk. Maar ze komen ook met risico’s. We merken dat deze firma’s ons steeds langer kunnen bezighouden op hun platformen. Hoe langer ze onze aandacht kunnen vasthouden (Meta) of hoe meer we afhankelijk worden van hun producten (Alphabet), hoe sterker zij staan tegenover de gebruikers en de autoriteiten.
Op de Europese markt zijn er haast geen alternatieven te vinden. Opkomende concurrenten maken in een initiële fase gebruik van het netwerk en de capaciteiten van die bedrijven, maar hun groei wordt al snel gehinderd of tegengewerkt. En als er toch eens concurrenten opdoemen, worden ze snel opgekocht. Voorbeelden zijn de overnames van WhatsApp (16 miljard dollar) en Instagram (1 miljard dollar) door Meta.
Meta werd al meermaals teruggefloten door verschillende autoriteiten, maar neemt nu stappen om meer één bedrijf te vormen in plaats van een verzameling van afzonderlijke platformen. Dat alles om ervoor te zorgen dat het in de toekomst niet opgebroken kan worden. Google blijft voorlopig uit het vizier wegens zijn transparante groepsstructuur, maar zijn Android-software zorgt vaak voor ophef.
De bedrijven zijn niet onfeilbaar en tonen hier en daar zwakten die ze maar al te graag willen verbergen in de jaarcijfers. Bedrijven uit de ‘big tech’ willen ons nog altijd doen geloven dat het landschap zo snel verschuift dat ze snel failliet kunnen gaan als ze de volgende trend niet kunnen opvolgen.
Het lijkt er echter op dat data de belangrijkste inkomstenbron zullen blijven en die houden ze achter slot en grendel. We moeten ons dus niet enkel afvragen of het ethisch is wat die bedrijven doen, we moeten ons ook afvragen hoe we ermee willen omgaan in de toekomst.