Lessen uit de coronacrisis (Bart Van Craeynest - Voka)
Meer dan een half jaar sinds de Wereldgezondheidsorganisatie covid-19 bestempelde als pandemie, blijft er nog altijd heel wat onduidelijkheid over hoe en/of hoe lang we met het virus moeten leven. Over de directe economische impact totnogtoe is ondertussen wel duidelijkheid. De uitbraak van het virus en de daaropvolgende lockdown-maatregelen om het virus onder controle te krijgen, resulteerden in een buiten oorlogstijd ongeziene economische terugval in de eerste helft van dit jaar. Met de afbouw van de lockdown kwamen er in de lente duidelijke tekenen van herstel van de economische activiteit, maar dat herstel is nog lang niet volledig. De voorbije maanden werd het almaar duidelijker dat we niet snel terugkeren naar business-as-usual, en dat er belangrijke economische schade blijft hangen. Uit enquêtes blijkt dat Belgische bedrijven ervan uitgaan dat hun activiteit ook in 2021 nog 10% lager zal liggen dan in normale omstandigheden. Tegen die achtergrond stellen bedrijven investeringen uit, haperen de exportmogelijkheden en zitten er de komende maanden allicht nog heel wat faillissementen en ontslagen aan te komen. Niettemin kunnen we die economische schade verwerken. Meer nog, we moeten er naar streven om op langere termijn sterker uit deze crisis te komen. Daarvoor is het evenwel cruciaal om de juiste lessen te trekken uit deze crisis.
De voorbije maanden werd al vanuit verschillende hoeken gegoocheld met allerlei conclusies over hoe na corona alles anders/beter wordt. Daarvoor zijn er met deze crisis zeker mogelijkheden. Ook in het verleden slaagde België er meermaals met succes in om crisismomenten aan te grijpen om de economie en/of samenleving structureel te versterken. Na de Tweede Wereldoorlog legde het Sociaal Pact de basis voor de sociale zekerheid en het sociaal overleg, begin jaren 80 werd in Poupehan een breed herstelplan uitgewerkt om de beleidsfouten na de oliecrisissen recht te zetten en begin jaren 90 tekende het Globaal Plan het pad uit naar toetreding tot de euro. Als we ook deze crisis kunnen omzetten in een structurele versterking van onze economie, dan kunnen we zowel de huidige schade wegwerken als een oplossing bieden voor de belangrijke uitdagingen die ons sowieso stonden te wachten, zoals de vergrijzing, de systematisch vertragende welvaartgroei en de klimaatuitdaging.
Verkeerde lessen uit corona
Het proces om sterker uit de huidige crisis te komen start met te vermijden dat we ons vastrijden in verkeerde conclusies over deze crisis. De voorbije weken en maanden werden op dat vlak nogal wat ballonnetjes opgelaten. Met de verkeerde lessen dreigen we evenwel de economische schade die blijft hangen na deze crisis nog te verergeren en zelfs structureel te maken. De schade aan onze welvaart op langere termijn zou in dat geval veel zwaarder kunnen gaan doorwegen dan de zware (maar uiteindelijk tijdelijke) klap die we de voorbije maanden te verwerken kregen.
Dit zijn voor mij de acht belangrijkste verkeerde lessen uit de coronacrisis totnogtoe (in willekeurige volgorde):
'We moeten veel meer investeren in onze overheid/sociale zekerheid/gezondheidszorg’
In sommige hoeken wordt de huidige crisis gezien als het bewijs dat we een sterke overheid nodig hebben, en dat we veel meer moeten investeren in die overheid. Dat we een sterke overheid nodig hebben, daar is evenwel al lang geen discussie meer over. De overheid speelt immers een cruciale rol op het vlak van onder meer veiligheid, rechtszekerheid, onderwijs, gezondheidszorg en bij uitbreiding de hele welvaartsstaat. Ons economisch systeem werkt best wanneer overheid en private spelers elkaar versterken. En zeker in crisisperiodes komt de rol van de overheid nog meer in de verf. Crisissen zijn één van de redenen waarom overheden bij wijze van spreken uitgevonden zijn. Dat is met de coronacrisis niet anders.
Of dat ook betekent dat we veel meer moeten investeren in de overheid/sociale zekerheid/gezondheidszorg is een heel andere vraag. We hebben immers al een sterk uitgebouwde overheid. België behoort al decennialang tot de landen waar het meeste geld vloeit naar de overheid/sociale zekerheid/gezondheidszorg (zie grafiek 1).
XOnze totale overheidsuitgaven bedroegen in 2019 52,3% van het BBP. Die zouden dit jaar naar 62,6% springen en na de crisis bij ongewijzigd beleid stabiliseren rond 55% van het BBP. In euro’s van 2019 komt dat overeen met 260 miljard. Na Frankrijk en Finland zou België daarmee de derde hoogste overheidsuitgaven van Europa hebben. Dat we met zo’n groot overheidsbeslag toch op tekorten aan essentieel beschermingsmateriaal botsen, is onaanvaardbaar, maar niet meteen een zaak van een gebrek aan middelen. Tegen die achtergrond zou de eerste vraag niet moeten zijn om meer geld, maar eerder of de huidige middelen correct ingezet worden. Er zijn talrijke indicaties dat dat laatste in België lang niet altijd het geval is.
Laat de rijken, de bedrijven, ... de crisis betalen’
Hogere belastingen zijn in bepaalde hoeken het makkelijke antwoord op de vraag hoe we na de crisis de overheidsfinanciën terug op orde krijgen. Daarbij wordt vooral gekeken naar belastingen op kapitaal: ‘laat de rijken de crisis betalen’, ‘belast inkomen uit arbeid en kapitaal hetzelfde’, ... Het uitgangspunt lijkt daarbij telkens dat inkomens uit kapitaal of vermogen weinig of zelfs niet belast worden, en dat daar dus een enorm potentieel aan extra belastinginkomsten voor het rapen ligt. In de echte wereld valt dat nogal tegen. Volgens de Europese Commissie bedroeg de impliciete belastingdruk op kapitaal in 2018 39,8% (zie grafiek 4). Dat is na Frankrijk de hoogste belastingdruk op kapitaal in Europa, het Europese gemiddelde ligt op 24%. Bovendien zit die belastingdruk al jaren stevig in de lift. Sinds 2010 steeg de totale belastingdruk op kapitaal in België met ruim 11 procentpunt. Onze belastingen op kapitaal en vermogen kunnen zeker economisch efficiënter uitgewerkt worden, maar het idee dat we langs die weg gemakkelijk enorme bedragen aan extra belastinginkomsten kunnen ophalen gaat voorbij aan de realiteit dat de totale belastingdruk op kapitaal in ons land al hoog is.
Hetzelfde gaat trouwens op voor ons gehele belastingstelsel. Het Planbureau verwacht dat de overheidsontvangsten de komende jaren stabiliseren net boven 50% van het BBP, wat bij de hoogste ter wereld hoort. De overheidsuitgaven zouden stabiliseren rond 55%. Om dat gat dicht te rijden met extra belastingen, moet de belastingdruk naar het (met voorsprong) hoogste niveau ter wereld. Dat zou onvermijdelijk negatieve gevolgen hebben voor onze economie. Er valt veel te zeggen voor stevige hervormingen om ons belastingstelsel te verbeteren, maar een forse verhoging van de belastingdruk is geen goed idee. De weg terug naar gezonde overheidsfinanciën zal de komende jaren toch vooral moeten lopen langs efficiëntere overheidsuitgaven en vooral economische groei.