Roerende voorheffing op buitenlandse spaarboekjes

Hoewel ze al meermaals werd veroordeeld, namelijk door de hoven van beroep van Antwerpen en Gent, blijft de belastingadministratie bij haar standpunt en bestudeert ze, aldus het ministerie van Financiën dat daarover een vraag kreeg “de mogelijkheid van een cassatieberoep”. In principe moeten voor buitenlandse spaarrekeningen dezelfde voorwaarden gelden als voor de Belgische - vrijstelling in de personenbelasting tot 990 euro (belastingjaar 2020) en belasting van de interesten aan het gunstige tarief van 15% daarboven. De fiscus legt daarvoor echter twee voorwaarden op: de buitenlandse spaarrekening moet gereglementeerd zijn en de vereisten waaraan ze is onderworpen, moeten gelijk zijn aan die in ons land.

Dat komt erop neer dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen een basisinterest en een getrouwheidspremie, wat volgens de belastingadministratie “een essentieel element van dit belastingstelsel” is, aangezien die dubbele vereiste voortvloeit uit de wens van de wetgever om sparen over de lange termijn aan te moedigen.

Aangezien die voorwaarden elders niet bestaan, rijst terecht de vraag of in dit geval het vrij verkeer van diensten niet wordt belemmerd.