Uitkoopbod Sioen, opinie van Roland Van der Elst

UITKOOPBOD SIOEN?

 

Het is met gemengde gevoelens dat veel privébeleggers het nieuws vernomen hebben dat Sioen een uitkoopbod lanceerde tegen 23 euro. Dat geschiedde in het najaar 2020 in volle coronatijd op een ogenblik dat de koersen van veel goed geleide familiale ondernemingen nog te lijden hadden. In de markt waren er toen al de eerste tekenen dat er een einde aan de miserie zou komen en koersen begonnen dus aan te trekken. Op dat ogenblik heeft Sioen met haar bod alle waarschijnlijke marktgeïnspireerde stijging van de koers gestopt. Niemand kan natuurlijk weten waar de koers nu zou staan als er dat bod niet geweest was, maar wellicht hoger dan toen. Vandaar dat veel analisten spreken van een opportunistisch bod.

 

Het bod houdt een mooie premie in t.o.v. de koers op het ogenblik van de aankondiging. Waarvoor dank. In die zin kan men niet zeggen dat het bod krenterig is voor iemand die al dan niet toevallig in de covidmaanden gekocht heeft. De situatie is natuurlijk heel anders voor de beleggers die de voorbije jaren tegen hogere koersen zijn ingestapt.

Sioen is een vertrouwenwekkende goed geleide familiale onderneming die in de voorbije jaren belangrijke en waardevolle investeringen heeft gedaan. In de toekomst mogen daarvan de vruchten verwacht worden. In de VFB publicaties werd telkens de klemtoon gelegd op het geven van voorkeur aan familiale ondernemingen omdat ze de lange termijn op het oog hebben en met hun eigen geld het risico dragen. Deze lange termijnbenadering is ook waar VFB voor staat: beleggen voor een beter pensioen!

 

Uiteraard is het te begrijpen dat ondernemingen teleurgesteld zijn als de koers niet doet van wat ze zelf met hun inspanningen en verwachtingen voor ogen hadden. Tegen lage koersen is de beurs voor de families ook geen opportuniteit om nieuwe aandelen uit te geven om de groei in de toekomst te financieren. Dan kan een uitkoopbod aangewezen zijn omdat de familie de reële en de toekomstige waarde kan inschatten en zo nodig elders, tegen betere voorwaarden, financiering kan aantrekken op een ogenblik dat de rente – kennelijk?- nog voor veel jaren laag blijft. We hebben dus alle begrip dat ondernemingen opportunistisch handelen, temeer daar de verplichtingen die een beursnotering meebrengt een belangrijke jaarlijks terugkerende kostenpost zijn. Wat niet belet dat privé aandeelhouders met een wrang gevoel achterblijven en voor het dilemma staan, al dan niet mee te doen. Opteren voor een op korte termijn betere prijs? Of, eventueel achterblijven met een illiquid en nog moeilijk verhandelbaar aandeel maar met potentieel?

 

Er is een alternatief dat kan aanbevolen worden voor alle ondernemingen die eraan denken hun beursnotering te schrappen en toch rekening willen houden met de gerechtvaardigde belangen van de privéaandeelhouders: een win-win situatie voor beide partijen. Om te vermijden achter te blijven met een illiquid aandeel, of in een tweede fase gedwongen te worden de aandelen toch af te staan, kunnen ondernemingen de privéaandeelhouders toch een zeker perspectief geven. Voor de ingeleverde stukken krijgen ze een optie op een eventuele meerprijs als bepaalde objectief meetbare resultaten na een bepaalde afgesproken periode bereikt worden. Met een voorbeeld: zodra een bepaalde boekwaarde, EBITDA, of een bepaalde winst per aandeel, of een ander meetbaar objectief bereikt wordt in een periode van bv. 2 jaren, of 3 jaren, of een ander afgesproken tijdstip, wordt aan de vroegere aandeelhouders  een aanvullende uitkering van x euro toegekend. Het kan ook gaan om een combinatie van bepaalde waarden.

 

Voor dergelijke oplossing was er recent een precedent. Genkyotex, een Frans biotechaandeel maar ook in België genoteerd, leider in NOX therapie, kwam voor haar onderzoek in geldnood en vond een oplossing door een overname door een Franse collega Calliditas Therapeutics waarbij de controlerende aandeelhouders hun effecten aanboden tegen 2,80 euro. Om de privéaandeelhouders over de streep te trekken werden deze voor de keuze gesteld: achterblijven met een illiquid aandeel, of meedoen maar met de mogelijkheid achteraf een extra te krijgen als de onderzoeken succesvol verliepen. Op die manier verdwenen 86,24% van de aandelen van de beurs. In ruil ontvingen de aandeelhouders drie effecten die niet beursgenoteerd zijn maar op bepaalde data in de toekomst voor een extra uitkering kunnen zorgen indien bepaalde voorwaarden vervuld zijn. Uiteindelijk gaat het om 3 vermeldingen in een effectenportefeuille. Dus geen noterings- en andere kosten voor de overnemer. Op dit ogenblik hebben die drie aanvullende effecten geen waarde omdat de koers nu nog rond de prijs van het uitkoopbod, nl. 2,80 euro, noteert. Dat kan veranderen en dus kan dat iets zijn voor de wekelijkse veiling, elke dinsdag om 11u30, in afwachting dat een bepaald vooropgesteld doel bereikt wordt.

Roland Van der Elst