VFB vraagt (opnieuw) vernietiging effectentaks




Beste belegger, 

We zijn terug van vakantie. Weer en beurs waren wat wisselvallig maar al bij al mogen we niet klagen. Of toch? Want daar gaan we weer: ons annulatieberoep inzake de JTER (Jaarlijkse Taks op Effecten Rekeningen) werd eind augustus ingediend.
Misschien las je dat er al enkele verzoekschriften werden ingediend om deze belasting te vernietigen, dus waarom nog eentje extra? Die eerdere klachten focussen telkens op één aspect dat voor die partij van belang is maar laten de andere (bredere) issues buiten beschouwing. Assuralia viseert heel specifiek de benadeling van de Belgische Tak23 producten, GBL en Portus klagen de antimisbruikbepalingen aan waarbij het aanhouden van meerdere effectenrekeningen een ‘onweerlegbaar vermoeden van ontwijking’ veroorzaakt, evenals het omzetten van effecten aan toonder naar effecten op naam een bijsmaak van fraude krijgt. Dat zijn absoluut valabele opmerkingen en we steunen hun verzoek dan ook. Maar VFB wil de belangen van alle individuele beleggers behartigen. Met de hulp van het advocatenkantoor Tiberghien, meesters Dirk Coveliers en Yannick Cools die ons ook bij de vorige zaak (met succes) bijstonden, werd een 120-pagina’s tellende argumentatie opgesteld om het Grondwettelijk Hof te overtuigen dat ook deze belasting naar de prullenbak mag! Bij de eerste versie van deze taks hebben we een aantal zaken geargumenteerd die door het grondwettelijke hof gevolgd werden, met als gevolg de vernietiging van die wet. In de effectentaks 2.0 werd de terminologie wat aangepast, maar onze fundamentele bezwaren blijven dezelfde: het uitgangspunt, de uitwerking en de consequenties van deze JTER veroorzaken een ongelijke behandeling van Belgen. We kunnen niet te diep ingaan op onze argumentatie uit respect voor het Hof, maar toch een beetje kadering.

Er is er de ongelijkheid in de behandeling van beleggers. In elke gezonde portefeuille zit wat cash, die op een rekening geparkeerd staat. Bij een bank is dat meestal een spaarrekening, bij andere platformen vaak een effectenrekening: de eerste wordt onder deze wet niet belast, de tweede wel. Heb je meerdere van deze effectenrekeningen (omdat je niet alle eieren in één mand legt) dan word je onder deze wet automatisch verdacht van frauduleuze intenties. Vervolgens is er de verschillende behandeling van instrumenten. Bijvoorbeeld Tak23 contracten naar Belgisch recht moeten deze taks betalen, terwijl de identieke producten uit bv Luxembourg dat niet moeten doen: klanten in België worden dus benadeeld want deze kost wordt uiteraard doorgerekend. Het kan toch niet de bedoeling zijn om ons spaargeld naar het buitenland te jagen?
Voor wat betreft aandelen promoten we al jaren over verankering van bedrijven in België, dus moeten we toejuichen dat Belgische beleggers een controlerende positie nemen in onze bedrijven. Het ‘op naam zetten’ van zo’n positie is aangewezen om die rol ten volle te spelen (bv voor de dubbele stemrechten). Echter, deze wet beschouwt dit als een fiscale vlucht. De consequentie is dat het minder interessant wordt om in Belgische bedrijven te beleggen.

Alle stakeholders in het Belgische economische landschap zijn het erover eens dat de massale slapende tegoeden op Belgische rekeningen geactiveerd moeten worden om onze economie en welvaart op peil te houden. Je zou dus mogen verwachten dat de overheid een beleid voert om dat aan te moedigen, terwijl deze wet net het omgekeerde effect ressorteert. Met dit verzoekschrift trekken we aan dezelfde ‘haken en ogen’ als vorige keer: we hopen dan ook dat het Grondwettelijke Hof opnieuw oordeelt dat deze wet naar de prullenbak mag.
Immers, het valt te vrezen dat deze wet de facto een vermogensbelasting impliceert. Dit terwijl ons land nu al bij de koplopers inzake belastingdruk zit en de fiscale onzekerheid investeren in dit land verder ontmoedigt. VFB argumenteert dat beleggen een onmisbare schakel is voor de instandhouding van onze welvaartsstaat. De financiering van (vaak relatief kleine) Belgische bedrijven op de Brusselse beurs is de olie van de economische motor, die welvaart creëert voor iedereen – zelfs voor wie niet belegt. Zie ook onze eerder voorstellen inzake de heffing op beursverrichtingen en de roerende voorheffing bij kleine kapitalisaties. Een minimale investering vanuit de overheid kan hier leiden tot een maximaal rendement voor alle belanghebbenden: activering van spaargelden, liquiditeit voor de Belgische beurs en bedrijven, hogere belastinginkomsten voor de overheid om sociaal beleid te voeren, betere herverdeling van rijkdom door bredere spreiding en tenslotte een stijgende welvaart in België.

Ja, we zijn terug, vrienden. En we gaan er weer voor. Succes bij al jullie investeringen dit najaar.